Hoe verder na de uitspraak van de Raad van State? De Windvogel werkt aan lokale normen.

De Raad van State heeft op 30 juni 2021 gesteld dat de landelijke normen voor windturbines niet zonder meer als grens geldig zijn. De uitspraak heeft voor de nodige beroering gezorgd, maar alle windparken die de Windvogel in de pijplijn heeft, kunnen doorgaan.

De RvS heeft gesteld in haar uitspraak dat de landelijke normen voor windmolens in het Activiteitenbesluit niet zijn getoetst via een Milieueffectrapportage. Daardoor zijn de normen niet meer bruikbaar, totdat ze getoetst zijn.

Welke gevolgen heeft de uitspraak voor windparken van De Windvogel?

  • Alle windparken die de Windvogel in de pijplijn heeft, kunnen doorgaan.
  • Voor de vergunde windparken (Oeverwind Vlaardingen, Drentse Monden en Oostermoer, en Windpark Zeewolde) is er geen verandering of vertraging door de RvS-uitspraak.
  • Voor de windparken die in ontwikkeling zijn (Utrecht Rijnenburg, Amsterdam Noorder IJ-plas) is er een beperkte vertraging doordat er lokale normen gemaakt en vastgesteld moeten worden, of doordat we moeten wachten tot de rijksnormen weer geldig zijn. We kiezen in Utrecht en Amsterdam voor het vaststellen van lokale normen. Lees hieronder hoe dat in zijn werk gaat.
  • Voor de windparken die in de verkenningsfase zijn (Diemen, OuderAmstel) is het nog onduidelijk welke route we gaan volgen: die van de Rijksnormen of die van de lokale normen. Bij deze windparken is het bovenal nog onduidelijk of en hoe ze ontwikkeld worden; de gemeenteraden hebben zoekgebieden vastgesteld maar willen eerst nader onderzoek naar de natuurwaarden en naar de gezondheidseffecten.
  • Voor de geplande opschaling van onze Amstelvogel in OuderAmstel is het niet nodig om het plan te toetsen aan landelijke of lokale normen, omdat windparken van 1 of 2 windmolens een uitzondering zijn.

Vaststellen lokale normen voor windturbines

Ook na de uitspraak van de RvS kunnen overheden vergunningen verlenen. Wel moeten zij een eigen afweging maken op basis van actuele inzichten. Vervolgens moet het bevoegd gezag deze normen vastleggen in een vergunning en/of bestemmingsplan.

De Rijksoverheid geeft aan dat gemeenten ook lokale normen kunnen opstellen. De procedure is dan als volgt:
De gemeenten stellen de normen vast, de initiatiefnemers leveren de onderbouwing aan via een Milieueffectrapportage (MER). De MER is een onafhankelijk onderzoek, waarin onder meer wordt nagegaan hoeveel mensen hinder ondervinden, bij een reeks aan geluidniveaus.

Bij het vaststellen van die normen zullen gezondheidsaspecten (overlast door geluid en slagschaduw) meegenomen worden. Geluid en slagschaduw kunnen hinder geven bij een specifieke groep mensen. Hoewel niet is aangetoond dat die hinder leidt tot gezondheidsschade, wordt in de MER het aspect gezondheid dus wel meegenomen. Dit gebeurt door specifiek te berekenen hoeveel mensen hinder kunnen ervaren door geluid en slagschaduw.

Wat wil de Windvogel?

De Windvogel wil het proces met de omgeving en de resultaten van de Milieueffectrapportage voor haar projecten inzetten om te komen tot lokale normen en tot een voorkeursvariant. Omdat dit een specialistische en zorgvuldige onderbouwing behoeft, werkt de Windvogel samen met adviesbureaus. Zij berekenen de gevolgen voor omwonenden van verschillende geluidniveaus bij verschillende opstellingen van windturbines. Uiteindelijk is het aan de gemeenteraden om een keuze te maken en de lokale normen vast te stellen.

Wat vindt De Windvogel van de nieuwe werkwijze?

De uitspraak heeft als voordeel dat de normen opnieuw tegen het licht worden gehouden. Daar krijgen we betere regels van, die beter zijn te handhaven.

De Windvogel vindt het ook een voordeel dat de gemeenten zelf de regie behouden over de snelheid en het proces. We kunnen op deze manier doorgaan met de onderzoeken en de omgevingsberaden en we kunnen bovendien veel locatie-specifieker te werk gaan en aansluiten bij vragen van omwonenden.

Wat zijn de officiële stappen in de ruimtelijke procedure?

  • NRD: het vertrekpunt, beschrijft de scope van het onderzoek: wat en hoe;
  • MER: het onderzoek naar verschillende opstellingen van windmolens en zonnevelden;
  • Vergunningen aanvragen: de aanvraag voor een specifieke opstelling (voorkeursalternatief).

Wat staat er in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD)?

In de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (het vertrekpunt voor de Milieueffectrapportage) beschrijven de initiatiefnemers wat en hoe zij gaan onderzoeken. De notitie beschrijft de scope van het onderzoek: welke opstellingen van windmolens en zonnevelden nemen we mee? En welke milieueffecten onderzoeken we die deze opstellingen veroorzaken?

Procedure: de initiatiefnemers stellen de NRD op, de gemeente publiceert de NRD, inwoners en belanghebbenden kunnen een zienswijze indienen en de initiatiefnemers verwerken de inbreng. Er is geen besluit van de gemeente(raad) nodig.

Hoe kan de Milieueffectrapportage eruit zien?
De Milieueffectrapportage is bedoeld als onderbouwing bij de vergunningaanvraag, om ruimtelijke afwegingen te kunnen maken, en bevat onderzoeken naar de effecten. De onderzoeken zijn soms kwantitatief (bijvoorbeeld het aantal decibel of het aantal gehinderden) en soms kwalitatief (bijvoorbeeld landschap en gezondheid).

Ook komt er een actuele wetenschappelijke beschouwing over gezondheid en windturbines. Vooral het aspect geluidhinder is hierin maatgevend: hoeveel mensen kunnen hinder ondervinden van een bepaalde opstelling? We staan ook stil bij de gezondheidsvoordelen van windturbines. Windturbines zorgen voor een schonere lucht ten opzichte van fossiele energiebronnen. Het RIVM  heeft de gezondheidseffecten van duurzame energiebronnen vergeleken met de ‘winst’ die het afbouwen van het gebruik van fossiele brandstoffen op de gezondheid heeft.

Procedure: de initiatiefnemers laten het MER opstellen door een adviesbureau, de gemeente publiceert, de commissie MER geeft advies en omwonenden kunnen zienswijzen indienen. Op basis hiervan stellen de initiatiefnemers een plan op met een voorkeursopstelling.

Hoe kan de vergunningaanvraag eruit zien?

In de vergunningaanvraag komt een onderbouwing van het gekozen voorkeursalternatief. Weer zal deze variant op omgevings- en milieueffecten getoetst worden.  Het voorkeursalternatief vormt ook de basis van de Bestemmingsplanwijziging. Die wijziging stelt de gemeenteraad vast. In de wijziging wordt ook de lokale project specifieke geluidsnorm opgenomen. Zodra de project specifieke geluidsnorm is vastgesteld, wordt duidelijk of de vergunningaanvraag aan deze normen kan voldoen of dat extra mitigerende maatregelen nodig zijn.

Procedure: De vergunning en de bestemmingsplan wijziging komen ter inzage, inwoners en belanghebbenden kunnen een zienswijze indienen en de gemeenteraad besluit.

Posted in

Inge Verhoef

Laat een reactie achter





Categorieën