Duurzame energie: kansen voor de natuur
Op 10 februari 2021 sprak Inge Verhoef, tijdens een avond over de Omgevingsvisie van de Provincie Utrecht, in namens de Utrechtse energiecoöperaties. Lees hier haar tekst: over waarom duurzame opwek en natuur juist goed samengaan.
De Provincie Omgevingsvisie (POVI) (opent in nieuw venster) ademt duurzame energie. Goed dat er veel ruimte voor duurzame opwek in de provincie wordt vrijgemaakt. Dat is belangrijk, want de provincie loopt nog niet op het klimaatschema. Houd daarom vast aan CO2-neutraal in 2040, en stippel de juiste route uit. Wat ons betreft blijft de POVI een visie die openstaat voor duurzame opwek, en waarin ruimte wordt gegeven aan gemeenten en regio’s, om samen met de inwoners te zoeken naar locaties.
Wij vinden dat die openingen in allerlei gebieden er moeten zijn, ook in natuurgebieden.
Profiteren van groene energie
Natuurlijk, allereerst moeten stedelijke, industriële en snelweg-locaties versneld planologische medewerking krijgen. Maar kijk daarna ook naar de agrarische gemeenten met veel ruimte: zij kunnen profiteren van groene energie die de natuur kan herstellen en versterken. Dat kan met zowel zonnevelden als windmolens. Zonnevelden kunnen op extensieve wijze en met inheemse beplanting zorgen voor nieuwe natuur.
In bosrijke gemeenten zijn vooral kansen voor windmolens. Die nemen weinig ruimte in, zijn minder zichtbaar in het bos, en leveren via energiecoöperaties direct profijt wanneer zij zorgen voor extra bomenaanplant. Het Natuur Netwerk Nederland (NNN) kan versterkt worden, mits de windmolens goed zijn ingepast en extra bos wordt aangeplant. Zo slaan we wat betreft CO2 opslag twee vliegen in 1 klap. Sluit de bossen daarom niet uit.
(tekst gaat verder onder afbeelding)
Maatwerk
Uiteraard houden we ons aan de wet Natuurbescherming. We doen zorgvuldige natuuronderzoeken. Het is maatwerk, waarin we met de omgeving en met natuurwerkgroepen zoeken naar mogelijkheden en kansen om de natuur te versterken. Voor weidevogelgebieden is extra voorzichtigheid gewenst. Goed onderzoek naar trekroutes en foerageergebieden levert inzicht in een goede plaatsing van een windmolen of zonneveld. Voor agrarisch gebied met weinig natuurwaarde bieden zonnevelden juist een kans op meer biodiversiteit. Het is misschien niet de biodiversiteit die je direct verwacht in een weiland. Misschien komen er wel meer muizen en kleine zoogdieren onder panelen wonen, waar de inheemse kruiden flink kunnen groeien als er voldoende ruimte tussen de panelen is. Dit trekt weer nieuwe roofdieren aan zoals uilen en vossen. De natuur is flexibel.
Niet uitsluiten
Wij vragen u om de weidevogelkerngebieden en NNN-gebieden, zoals Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, NIET uit te sluiten voor windturbines en zonnevelden. De consequentie van uitsluiting is namelijk dat er meer druk komt op projecten in toch al drukke gebieden die vanuit andere hoeken onder druk staan: infrastructuur, nieuwe woningbouwplannen, bestaande bebouwing, industrie. Neem bijvoorbeeld de A12 zone. We moeten verder kijken dan dat. Er moet voldoende ruimte blijven om verschillende opties voor energieprojecten open te houden met oog op lokaal draagvlak. Tenslotte moeten we niet vergeten dat energie ook kansen biedt voor natuur.
Het waarom van duurzame opwek hoeven we u niet uit te leggen. We hebben niet alleen te maken met een klimaatcrisis, er is ook een biodiversiteitscrisis. Laten de coöperaties daar nu juist een bijdrage aan kunnen leveren, omdat zij niet winstgedreven zijn maar de opbrengsten lokaal willen investeren in het gebied. Wij pleiten steeds voor lokaal gebruik en lokale opwek. En het delen van lusten en lasten.
De energietransitie is dan als een model om de natuur te versterken, een vliegwiel voor natuurherstel. Op plekken waar dat kan, en waar dat nodig is. Energieopwekking is door het verdienmodel een kans voor agrariërs en natuurorganisaties voor ecologisch natuurbeheer, vernatting, extensief maaibeleid, kruidenrijke beplanting, aanleggen van plassen, en vergroten van weidevogelgebieden. Zowel via zonnevelden als windmolens.
Stuur als overheid proactief op participatie van de eigen inwoners, agrariërs en bedrijven. De lokale energiecoöperaties beschikken over lokaal netwerk, kunnen draagvlak bevorderen, en lokale eigendom en zeggenschap borgen. Coöperaties zijn namelijk ook inwoners, die het beste met hun eigen achtertuin voor hebben.
Goed gedaan, Inge!