De Windvogel, één van de eerste energiecooperaties
De Windvogel is één van de eerste energiecoöperaties in Nederland. In 1994 bouwden we onze eerste ‘tweewieker’ die stroom opwekte voor 20 huishoudens. Nu bouwen we moderne windturbines die wel 1500 huishoudens van stroom voorzien.
25 jaar terug en 25 jaar vooruit
‘De Windvogel is er niet minder actief op geworden. We zijn nu de trotse eigenaar van vier windmolens, drie zonnedaken, en een gezamenlijke windmolen.’ Dat zegt voorzitter Siward Zomer. ‘Inmiddels is er veel kennis opgebouwd over windenergie-projectontwikkeling met directe participatie van burgers. Deze kennis willen we delen met zoveel mogelijk burgers die meedoen in de energietransitie in Nederland. Daarom werken we samen met andere coöperaties zoals in de coalitie ‘Amsterdam Wind’, met de coöperatie Duurzaam Lansingerland (i.o) en de gezamenlijke burgerwindturbine van Meerwind en Zuidenwind. De Windvogel schuwt de participatie in grote, soms controversiële, windparken niet. Bijvoorbeeld in het windpark in de Drentse Monden. ‘Als windmolens ook daar de toekomst zijn, dan willen we het goed geregeld hebben voor de omwonenden’, aldus voorzitter Siward Zomer.
Burgerparticipatie in energie neemt een vogelvlucht
Steeds meer burgers willen zelfvoorzienend en duurzaam zijn voor wat betreft hun energieverbruik. Burgers werken samen aan lokale productie, besparing, collectieve inkoop van zonnepanelen, elektrisch vervoer en stroomlevering. De coöperaties vertegenwoordigen samen 35 tot 40 duizend leden. Bij De Windvogel kunnen burgers zelf meebouwen aan nieuwe windmolens door geld in te leggen en onze stroom af te nemen. De Windvogel telt nu zo’n 3300 leden door het hele land.
Landelijke voelsprieten
Omdat de Windvogel door heel Nederland werkt, heeft zij overal haar voelsprieten en kunnen lokale groepen en coöperaties ondersteund worden in de overgang naar een duurzame energievoorziening met windenergie. In die transitie zijn de burgers onmisbaar; met lokale coöperaties tonen zij echte betrokkenheid aan en kunnen de opbrengsten weer in nieuwe lokale en duurzame energieprojecten investeren.