Broedsessie flexibilisering energie, 20 januari 2025

Welke rol is er in de energietransitie weggelegd voor energieopslag? En wat betekent dit voor De Windvogel? Deze vragen hebben te maken met een actueel onderwerp: flexibiliteit. Daarover gingen bestuursleden Michiel Bron, Kjell Schippers, Frank Schoenmakers en Martien Vogelezang op 20 januari in gesprek met haar leden tijdens een broedsessie in De Lier.

Schoenmakers opende de avond door de aanwezigen mee te nemen in de complexe wereld van de energiemarkt. Met behulp van slides legde hij uit hoe de elektriciteitsprijzen tot stand komen en waarom het huidige ‘merit-order’ model aan herziening toe is.

Hij schetste een vooruitblik op de toekomst, waarin onbalans in vraag en aanbod voor meer problemen zal zorgen. De verwachting is dat er rond 2035 steeds vaker sprake is van negatieve uurprijzen. De Windvogel voelt deze negatieve effecten nu al; Zo heeft het windpark Oeverwind 7,9 procent van de opwek van duurzame energie afgeschakeld in 2024.

De presentatie leidde tot vragen over toekomstscenario’s. Verwacht wordt een groei van zonne- en windenergie. Batterijplaatsing zal de business case van vooral zon verbeteren. Maar de mogelijke realisatie van kernenergie kan de toekomstwaarde van duurzame energie bederven. Ook een vraag over korte versus lange termijnopslag kwam aan bod, waarbij werd benadrukt dat de Windvogel zich nu richt op korte termijn opslag. Dat betekent dat er twee tot vier uur zit tussen laden en ontladen.

Een van de aanwezigen stelde een vraag over hoe de SDE++-subsidie zich verhoudt tot toekomstige risicosituaties, zowel met als zonder batterijopslag. Het blijkt dat voor startende windprojecten een tijdshorizon van 20 tot 25 jaar belangrijk is. Binnen die tijdshorizon is er de eerste 15 jaar sprake van beperkte SDE++-vergoedingen. Dit maakt het lastig om kapitaalintensieve projecten, zoals bijvoorbeeld in Vlaardingen, te realiseren.

Na de presentatie splitste het gezelschap zich op in twee groepen om dieper in de materie te duiken. De eerste groep sprak onder meer over het belang van investeren in opslag. Een van de conclusies was dat de optimale aanpak verschilt per locatie. Een interessante optie is het combineren van batterijen met stadswarmtesystemen.

Ook ging het over de goede verhouding tussen batterijen en windmolens in capaciteit en in investeringen. Een voorbeeld: de Amstelvogel, met een vermogen van 2 MW, heeft een batterij van 2 MW en een opslagcapaciteit van 4 MWh. De investering bedraagt bijna 2 miljoen euro. Dat is veel in verhouding tot het totale (leden)kapitaal van De Windvogel.

Als het gaat over flexibilisering, is het goed om te weten is dat het bij zonne-energie eenvoudiger is om een batterij af te stemmen op de dagcyclus. De productie is namelijk voorspelbaarder dan bij windenergie. Een wisselende productie brengt een wisselende opbrengst met zich mee.

Het kan stabiliteit geven als De Windvogel een meerjarige overeenkomst aangaat met vaste energieafnemers, zoals dat nu gebeurt bij de Amstelvogel en Oeverwind. Het vinden van geschikte lokale afnemers is een wel uitdaging gebleken. Twee belangrijke redenen hiervoor zijn de gewenste hoeveelheid elektriciteit en het afnameprofiel.

De koppeling van windenergie met warmtepompen voor particuliere huishoudens is inmiddels mogelijk via initiatieven zoals SamenOM. Maar er is ook onzekerheid over de particuliere energiemarkt. Nieuwe ervaringen met energiegemeenschappen kunnen meer duidelijkheid bieden over de lange termijn.

Intussen ging het in de tweede groep onder meer over flexibiliteit in de energiemarkt als een belangrijke kans. Het wordt als een meerwaarde beschouwd wanneer De Windvogel flexibiliteit direct toepast binnen haar eigen wind- en zonneparken, zoals de AmstelbatterEi. Dit heeft de voorkeur boven het ontwikkelen van zelfstandige batterijprojecten.

Verschillende leden benadrukken dat de ontwikkeling van batterijen goed aansluit bij de ideologie van De Windvogel. Batterijopslag draagt bij aan de verdere ontwikkeling van duurzame energie, die nu eenmaal meer schommelingen in de productie kent. Anderen waarschuwen dat De Windvogel voorzichtig moet zijn en zich niet te veel op batterijprojecten moet richten. Het ontwikkelen van duurzame energieproductie met wind en zon moet de prioriteit blijven.

Er ontstond discussie over de mogelijkheid om batterijprojecten los te koppelen van het traditionele ‘mandje’ van De Windvogel. Leden zouden dan de keuze krijgen om apart te investeren in opslag, dat meer risico met zich meebrengt. Hoewel dit idee interessant is, zou het een flinke breuk betekenen met de huidige werkwijze van de coöperatie. Ook vraagt het om een uitgewerkt plan om de risico’s eerlijk te spreiden. Eén lid gaf aan dat het niet alleen om bereidheid tot risico’s gaat; sommige leden zien simpelweg geen toekomst in batterijprojecten voor een coöperatie.

Samen met de eerste broedsessie levert dit waardevolle aanknopingspunten op om de strategie ten aanzien van flexibiliteit en energieopslag verder uit te werken.

Dit was de tweede van een drietal broedsessies die De Windvogel organiseert. De vorige ging over zelflevering. Wil je ook een keer een sessie bijwonen? Dat kan op 19 mei in Apeldoorn. Meer informatie en een bericht over het nieuwe thema volgen nog.

Huub Bellemakers

Laat een reactie achter





Categorieën