Laetitia Ouillet neemt afscheid: terugblik op vijf jaar voorzitterschap
Ze is gemeentelijk projectleider Klimaat en Energie, schrijft een wekelijkse column voor vakblad Energeia, is een van de makers van de energiepodcast Voetnoten en treedt met enige regelmaat op als spreker. Maar wij kennen Laetitia Ouillet natuurlijk vooral als de bevlogen voorzitter van het bestuur van De Windvogel. Komende zomer legt ze die functie neer. Hoe blikt ze terug op de afgelopen vijf jaar? En wat wil ze haar – nog onbekende – opvolger meegeven?
“Ik zeg aldoor dat ik straks eindelijk tijd voor mezelf en mijn kinderen krijg. Maar mijn man weet nu al dat ik er zó iets anders voor in de plaats vind”, zegt Laetitia Ouillet op de vraag wat ze gaat doen met de tijd die vrijkomt als ze geen voorzitter meer van De Windvogel is. De man in kwestie – we zitten in de woonkamer van hun huis in Utrecht – grinnikt vanachter zijn computer. “Er zal in elk geval ruimte vrij komen in mijn hoofd. Want er zijn doorlopend ontwikkelingen waarover ik besluiten moet nemen met mijn collega’s uit het bestuur. Als die verantwoordelijkheid wegvalt, zal er een last van mijn schouders vallen.”
Wat is de reden van je vertrek?
“Een combinatie van twee dingen. Mijn kinderen zijn nu 15 en 18. Ik wil echt kunnen genieten van die paar laatste jaren dat ze nog thuis wonen. Mijn vrije tijd is dus schaars. Ik wil graag dat de uren die ik ergens in steek, tot iets leiden. Maar dat gaat steeds lastiger. Ik keek net nog naar het debat over het moratorium op wind op land dat de BBB wil afdwingen. Ik snap de zorgen van omwonenden over een windpark, maar voor politici die zeggen dat windenergie niet nodig is terwijl ze klagen over netcongestie en tekorten aan opwek, heb ik geen geduld meer. Iedereen doet zijn best en dan blokkeren politici het proces. Dat is heel demotiverend. Het heilige vuur brandt gewoon niet meer bij mij.”
Je werd in 2020, zonder ervaring in de coöperatieve wereld, bestuursvoorzitter van een landelijke club. Dat moet niet niks zijn geweest.
“Klopt. Maar het was gelijk een warm bad. Een half jaar voor mijn officiële aantreden, tussen januari en de zomer, mocht ik ‘stage lopen’. Ik was heel benieuwd wat er op mijn pad zou komen. Nou, daar kwamen we gauw achter: covid! Inge heeft me in die periode enorm bij de hand genomen, dossier voor dossier. Ik werd heel snel klaargestoomd. Al gelijk op mijn eerste dag als voorzitter mocht ik de intentieovereenkomst tekenen voor een samenwerking met de gemeente Amsterdam, de andere coöperaties en bedrijvencoöperatie NDSM Energie.”
Maar in die periode is de toon wel ontzettend verhard.
Onlangs werd bekend dat de provincie Noord-Holland definitief haar medewerking weigert aan de bouw van drie windmolens bij de Noorder IJplas. Had je toen kunnen bedenken dat dit project uiteindelijk zoveel wind tegen zou krijgen?
“Nee. We hadden destijds net een aantal mooie projecten gerealiseerd. In Zeewolde heeft De Windvogel de lokale boeren geholpen met het opzetten van een gezamenlijk initiatief waarmee ze konden opschalen. En Drenthe was wat betreft ontwikkeling en draagvlak nog uitdagend, maar het werd een heel mooi project. Dus we hadden echt wind mee. Ik wist dat het in Utrecht en Amsterdam ingewikkeld ging worden, want dat zijn grote gemeenten. En ik wist natuurlijk ook dat er verzet was. Maar in die periode is de toon wel ontzettend verhard.”
Je hebt zelf ook bedreigingen ontvangen.
“Ja, twee keer een brief. Nu weet ik niet of ik die te danken heb aan mijn werk voor De Windvogel of aan het werk dat ik doe in de warmtetransitie. Het waren beide keren acht, negen kantjes vol met uitgeknipte letters. Het was warrig. Het ging over de energietransitie, die niet goed zou zijn voor Nederland en de Nederlander, ofzo. Maar ook over de Tweede Wereldoorlog. De eerste keer was ik heel erg van slag. De tweede keer heeft het minder geraakt. Het feit dat ik die brief nog steeds niet naar de politie heb gebracht, zegt genoeg. Maar verder heb ik vooral fijne interacties gehad. Er zijn discussies, maar het blijft beleefd.”
Is er iets dat we kunnen leren van de teleurstellende gang van zaken rond de Noorder IJplas? “Ik weet het niet zo goed. Misschien moeten we meer tijd investeren in een relatie met de politiek op provinciaal niveau. En ook in een vroeg stadium informatie en kennis delen.”
Waar ben je, terugblikkend, het meest trots op?
”De leningenportefeuille van De Windvogel is hard gegroeid naar 8 miljoen euro. Er zijn dus veel mensen die ons hun zak-, spaar- of pensioengeld toevertrouwen. Dat is best bijzonder, als je bedenkt wat voor informele organisatie wij zijn. Wij zijn geen groot bedrijf, met allerlei risk managers. Wij kunnen heel snel besluiten nemen en er is niemand die een blad voor de mond neemt. Ik ben trots op de verantwoordelijke manier waarop we dat doen. Op hoe we met elkaar omgaan. Er is weleens spanning of irritatie, maar dan benoemen we het. En het is vaak ook oprecht gezellig.”
Ik ben heel erg van de principes. Ik zeg vaak: onze waarden bepalen ons handelen, zelfs als dat tegen het financiële belang van De Windvogel ingaat.
Wat heb jij toegevoegd aan De Windvogel?
“Ik ben heel erg van de principes. Ik zeg vaak: onze waarden bepalen ons handelen, zelfs als dat tegen het financiële belang van De Windvogel ingaat. Zoals nu het geval is in Amsterdam, waar het spannend is of we een vergunning voor windmolens krijgen. In onze strategie staat: we helpen de lokale club. Dus als mensen binnen projecten of bij partners niet meer betaald kunnen worden, schieten wij het geld voor. Misschien zien we dat nooit meer terug. Dat is niet leuk, maar het hoort bij het grote zus-model waar we voor hebben gekozen.”
Wat wil je nog bereiken voordat je in de zomer echt afscheid neemt?
“Voor Rijnenburg in Utrecht ligt nog een deel van de bouwvergunning bij de Raad van State. Ik heb geen illusie dat het in de zomer opgelost is. Hierover moeten we nog belangrijke keuzes maken. En ik wil heel graag duidelijkheid over Amsterdam. We hebben bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van een natuurvergunning. Als die alsnog wordt goedgekeurd, kunnen we verder met de vergunningsaanvraag bij stadsdeel Noord. En wat betreft De Windvogel wil ik me richten op een aantal strategische thema’s waar we de input van de leden willen hebben. Dat doen we in broedsessies die gaan over vraagstukken rond zelflevering, systeemintegratie en negatieve prijzen. Ook wil ik het over ons governancemodel hebben – kunnen we met een bestuur van vrijwilligers wel zo blijven groeien of zijn we toe aan vernieuwing?”
Wat hoop je dat je opvolger voor elkaar krijgt?
“We hebben best wel veel oudere leden. Dat is waardevol, want ze zijn lid van het eerste uur, maar wij willen ook jongere leden aantrekken. Maar het lukt ons niet zo goed om uit te leggen wat de meerwaarde is van een landelijke energiecoöperatie naast lokale coöperaties. Als je mensen één op één spreekt, worden ze bijna altijd lid. Maar in bredere zin snappen ze het niet. Dat is jammer. Ik heb best wel veel media-aandacht gehad. Ik had gehoopt dat het me was gelukt het een beetje uit te leggen. We schommelen rond de 4.000 leden. Maar 10.000 leden op 18 miljoen Nederlanders, dat moet toch wel lukken?”
Lees altijd je mail. Met mensen die opzeggen omdat ze het niet eens zijn met de koers, neem ik altijd contact op.
Welk advies geef je je opvolger mee?
“We hebben het nu heel druk met de waan van de dag. Een groot deel van de tijd gaat naar operationele zaken en de rest gaat op aan projectontwikkeling. Daardoor vergeten we twee dingen: strategie en praten met de leden. Ik adviseer mijn opvolger om zich vooral daarop te richten, mits een nieuw governancebeleid daar ruimte voor biedt. En: lees altijd je mail. Met mensen die opzeggen omdat ze het niet eens zijn met de koers, neem ik altijd contact op. Ook als er heel veel van die mails tegelijk komen, zoals toen er veel weerstand kwam op ons idee voor een duurzaamheidsfonds. Daarmee kwamen onze extra gegenereerde inkomsten van tijdens de energiecrisis terecht bij mensen die hun huis willen verduurzamen.
Sommige leden vonden het geweldig, terwijl anderen het belachelijk vonden en zelfs opriepen tot aftreden van het bestuur. Dat is uiteindelijk niet gebeurd. Maar ik heb wel álle mails beantwoord, een voor een.”
Wat zou je zeggen tegen Windvogel-leden die meer willen bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen?
“Ik sprak tijdens een bewonersbijeenkomst in Amsterdam eens met twee vrouwen. Een was verlegen, had een beetje een gesloten houding. De andere was lid van De Windvogel. Ze had haar vriendin meegenomen omdat die huiverig was voor de windmolens die er zouden komen. Ze had tegen haar gezegd: kom, we gaan samen informatie inwinnen. Neem iemand mee die twijfelt. En sluit je aan bij een lokale club.”
—
Heb je interesse om Laetitia op te volgen? Kijk op deze pagina en mail ons!